Wat doet de tv-serie De Luizenmoeder met u? Zit u giechelend en met plaatsvervangende schaamte te kijken hoe onze onderwijssector op de hak wordt genomen? Of bent u juist zielsgelukkig; eindelijk een programma dat op een schaterlachende manier duidelijk maakt waar de frustraties over het onderwijs vandaan komen! Dr. Arnoud Evers van de Open Universiteit denkt even mee.
‘De herkenbaarheid. Bijvoorbeeld hoe onvoorspelbaar ouderavonden kunnen verlopen. Maar ook het uitvergroten van vreemde, maar goedbedoelde initiatieven zoals de ‘participizza’. Het is een bepaald type humor, heel sterk. Tegelijkertijd zetten de scenes aan tot nadenken.’
‘Nou, deze serie kaart doorlopend issues aan. Bijvoorbeeld de bonte hoeveelheid regeltjes die scholen erop na houden. En de manieren waarop oudergesprekken verlopen. Omdat de boel zo wordt overdreven, ga je erover nadenken. En dan besef je dat hier ook een kern van waarheid in zit voor de dagelijkse praktijk.’
‘Dat is natuurlijk een beetje gissen. Maar de serie houdt je een spiegel voor. In het onderwijs komen veel problemen samen. Bovendien wordt er vaak kritisch naar gekeken. De afleveringen geven op z’n minst meer inzicht in de vele facetten van het beroep van leraar. Daar zit dan ook een spanningsveld. Want, als jouw werkveld te veel wordt neergezet vanuit een karikatuur, kan dat afbreuk doen aan jouw beleving van het beroep. Maar goed… dan zet je de tv waarschijnlijk op een ander net.
De Luizenmoeder kan onderwijsissues goed relativeren met humor. Maar het programma kaart tegelijkertijd mogelijke knelpunten in het onderwijs aan. Je kunt je identificeren, maar wel vanaf een veilige afstand met een grote glimlach op je gezicht. Daardoor kun je zaken in perspectief zien. Vooral als je dat gaat delen met anderen uit jouw omgeving.’
‘Dat kan ik me wel goed voorstellen. Neem bijvoorbeeld die scene waarin kinderen worden bestempeld als ‘zonnetjes’ of ‘maantjes’. Dat is vast dankbare gesprekstof, ook dankzij de humor waarmee het wordt gebracht.’
‘Ik denk het wel. Kijk, voor de klas staan is heel intensief. Er zijn veel stressfactoren. Er is een hoge emotionele belasting en je hebt te maken met allerlei afspraken. Daarnaast zijn er de stakeholders: inspecteurs, kritische ouders, collega’s en nog veel meer. Een complex verhaal met allemaal aspecten die kunnen bijdragen aan werkdruk. Frustraties over het onderwijs zijn daarom soms moeilijk uit te leggen. In De Luizenmoeder wordt dat juist inzichtelijk gemaakt. Je ziet bijvoorbeeld hoe ouders kunnen samenspannen en druk kunnen uitoefenen. Ook voor buitenstaanders is het een bijzonder ‘inkijkje’.’
‘Als het inderdaad volop gespreksstof oplevert wel. In de literatuur wordt het aangaan van dialogen en sociale interactie aangemerkt als ‘sociale steun’. Dat helpt je om te relativeren en stress te voorkomen. Gesprekken over De Luizenmoeder kunnen er dus aan bijdragen om jou vitaler in het onderwijs te houden. Maar dan moet je wel kijken en er gesprekken over aangaan.’
Arnoud Evers is universitair docent aan de Open Universiteit en verbonden aan de faculteit Psychologie en onderwijswetenschappen (Welten-instituut). Hij is projectleider bij het programma Doceren en docentprofessionalisering. Daarnaast doet Evers onderzoek naar de relatie tussen werkdruk en hulpbronnen, zoals collega’s die elkaar sociaal steunen. Én Evers is een van de vele enthousiaste kijkers van het televisieprogramma De Luizenmoeder.