Een bevlogen werknemer bruist van de energie, heeft zin om naar het werk te gaan en voelt zich fit en sterk. Hij is trots op zijn werk, het maakt hem gelukkig en kan hem zelfs in vervoering brengen. Dit is vanzelfsprekend heel prettig voor de medewerker zelf én voor de organisatie. Maar wat zijn nu precies de verschillen tussen bevlogen en niet bevlogen werknemers? Zijn ze bijvoorbeeld tevredener over hun werk, zijn ze minder vaak ziek, hebben ze meer hulpbronnen? Het verschil in werkuitkomsten hebben wij uitgezocht op basis van de resultaten van de scan vitaal in je werk.
Dit is een onderzoek aan de hand van een vragenlijst, ontwikkeld door Loyalis. De vragen gaan over gezondheid, leefstijl (BRAVO) en welbevinden, maar ook over competenties, hulpbronnen, houding, motivatie en het werk zelf.
In het onderzoek vragen we naar ieders bevlogenheid. Bevlogenheid kenmerkt 3 aspecten:
Na het invullen van de vragenlijst ontvangt de individuele werknemer de resultaten die inzicht geven in zijn vitaliteit én die een voorspellende waarde hebben voor zijn werkvermogen en werkbeleving. Dit biedt handvatten om vitaal en gezond aan het werk te blijven. De werkgever krijgt een algemene rapportage over de hele organisatie. Hiermee krijgt de werkgever inzicht in wat er speelt en welke uitdagingen er zijn op het gebied van duurzame inzetbaarheid in de organisatie.
In het onderzoek ‘Vitaal in je werk’ hebben 643 medewerkers uit de sectoren onderwijs en overheid de vragenlijst ingevuld.
Verzuim
Als eerste hebben we onderzocht wat de relatie is tussen het aantal verzuimdagen en bevlogenheid. In het onderzoek vragen wij de respondenten naar het aantal dagen dat men niet in staat is geweest om te werken als gevolg van gezondheidsproblemen. Uit de uitkomsten blijkt dat bevlogen medewerkers 21% minder verzuimen dan niet bevlogen medewerkers. Het verschil in aantal verzuimdagen is veel hoger; bevlogen medewerkers hebben 54% minder verzuimdagen.
Werktevredenheid
Werktevredenheid wordt in ons onderzoek gekenmerkt door plezier in het werk, trots zijn op het werk, motivatie en tevredenheid over het eigen functioneren. Ook het opnieuw kiezen voor hetzelfde werk als je het over mag doen, beschouwen wij als een onderdeel van werktevredenheid. Het blijkt dat 40% van de bevlogen medewerkers meer tevreden is over het werk dan niet bevlogen medewerkers.
Kunnen doorwerken
In het onderzoek vragen we de medewerkers: ‘Tot welke leeftijd denkt u in staat te zijn uw huidige werk voort te zetten?’ Uit de antwoorden op deze vraag blijkt dat van de bevlogen medewerkers 22% meer tot hun 65ste kan doorwerken.
Leefstijl
De leefstijl van medewerkers meten wij in onze vragenlijst aan de hand van BMI (Body Mass Index) en BRAVO. BMI geeft aan of iemand een gezond gewicht heeft. BRAVO staat voor bewegen, roken, alcohol, voeding en ontspanning. Ons onderzoek laat zien dat er ten aanzien van het gewicht, meer of minder bewegen, al dan niet roken, de mate van alcoholgebruik en gezonde en gevarieerde voeding geen verschillen zijn waar te nemen tussen bevlogen en niet bevlogen medewerkers. Ten aanzien van ontspanning is dit anders: 28% van de bevlogen medewerkers kan zich beter ontspannen. Dit uit zich in het nemen van voldoende rust en goed slapen.
In ons onderzoek vragen wij naar hulpbronnen in het werk. Deze hebben een motiverend effect, vooral als de taakeisen hoog zijn. Taakeisen kosten energie en hulpbronnen geven juist energie. We hebben onderzocht wat het verschil is tussen bevlogen en niet bevlogen medewerkers met betrekking tot de mate waarin zijzelf waarnemen dat er sprake is van deze 3 hulpbronnen in het werk:
1.Ontwikkelingsmogelijkheden
Je kunnen ontwikkelen in het werk betekent dat je ambities kwijt kunt en dat je jezelf kunt ontplooien. Je ervaart het werk als een uitdaging en het biedt voldoende mogelijkheden. Tevens maakt de organisatie goed gebruik van de talenten die de individuele medewerker heeft. Ook hier zien we een groot verschil tussen bevlogen en niet bevlogen medewerkers. Van de bevlogen medewerkers ervaart 46% meer ontwikkelingsmogelijkheden.
2.Autonomie
Autonomie in de werksfeer betekent dat je je vrij voelt om zelf je werk in te delen en dat je de manier waarop je dat doet in belangrijke mate zelf kan bepalen. Autonomie gaat om het zelfstandig kunnen nemen van beslissingen, zelf kunnen bepalen wanneer en hoe je de werkzaamheden doet en zelf je eigen werktempo kunnen regelen. Van de bevlogen medewerkers ervaart 29% meer autonomie dan niet bevlogen medewerkers.
3.Sociale steun van collega’s en leidinggevenden
Sociale steun in het werk betekent dat je kunt rekenen op je collega’s en leidinggevende. Voor vragen en advies bij hen terecht kunnen, feedback en waardering ontvangen en kunnen delen van (negatieve) ervaringen en gevoelens zijn een aantal aspecten die vallen onder het krijgen van sociale steun. Het onderzoek laat zien dat 26% van de bevlogen medewerkers meer steun ontvangt van de leidinggevende en 17% meer steun van de collega’s.
Persoonlijke hulpbronnen zijn energiebronnen die in de persoon zelf aanwezig zijn. Iedereen heeft ze in meer of mindere mate. Ze zijn ontwikkelbaar waardoor je er beter voor komt te staan. Psychologisch kapitaal (PsyCap) is een persoonlijke hulpbron die bestaat uit 4 positieve eigenschappen:
Hoop wil zeggen dat je de motivatie en het vertrouwen hebt om iets wat je belangrijk vindt te bereiken. Optimisme is de positieve verwachting dat iets goed komt omdat je beseft dat je zelf invloed hebt op de situatie. Het zorgt voor een proactieve houding, vertrouwen in een betere toekomst en het gevoel dat wat je doet, zin heeft. Veerkracht betekent dat je bij tegenslag ook weer terug kunt veren en soms zelfs van de tegenslag kunt leren en groeien. Geloof in eigen kunnen betekent dat je het vertrouwen hebt dat je een bepaalde taak goed kunt uitvoeren.
Bevlogen medewerkers beschikken vooral over meer optimisme (56%). Ook als het gaat om hoop, veerkracht en vertrouwen in eigen kunnen laten bevlogen medewerkers zien dat zij daar in sterkere mate over beschikken dan minder bevlogen medewerkers. Resp. 29, 17 en 28% meer.
De verschillen wijzen er op dat bevlogen medewerkers, meer tevreden zijn met hun werk en minder verzuimen dan minder bevlogen medewerkers. Bovendien blijken zij in grotere mate over hulpbronnen op het werk en over persoonlijke hulpbronnen te beschikken. De leefstijl van de medewerkers lijkt voor de mate van bevlogenheid minder van belang te zijn. Wat we niet weten is, wat nu wat veroorzaakt. Krijgt een bevlogen medewerker bijvoorbeeld meer steun, juist omdat hij bevlogen is, of leidt steun tot bevlogenheid? Of is het allebei waar en gaat het over en weer. Alle uitkomsten zijn op hetzelfde moment gemeten en dat betekent dat we geen uitspraken kunnen doen over het causale verband. Wat we wel kunnen zeggen, is dat werkgevers er goed aan lijken te doen er voor te zorgen dat medewerkers meer ontwikkelingsmogelijkheden, autonomie en sociale steun van hun leidinggevende en collega’s krijgen. Ook ondersteuning van medewerkers bij het versterken van hun psychologisch kapitaal lijkt wenselijk.
Workshop Psychologisch kapitaal
In de workshop Psychologisch kapitaal gaan uw medewerkers aan de slag met het vergroten van psychologisch kapitaal. Naast een stukje theorie bieden we vooral praktische oefeningen om optimisme, hoop, veerkracht en zelfvertrouwen te versterken. De workshop vindt plaats in kleine groepen van maximaal 12 personen en duurt 3 uur.
Interesse in onze workshop Psychologisch kapitaal?