Zij-instromers kiezen vaak overtuigd voor het onderwijs én hebben al werkervaring. En dus zijn scholen enthousiast. Toch lukt het die scholen lang niet altijd om hun zij-instromers te behouden. Hoe koestert u deze nieuwe werknemers en houd u uw zij-instroomtraject gezond?
Zij-instromers hebben een verfrissende inbreng, zijn geneigd om verder te leren, zijn hoog opgeleid, hebben levenservaring en (voelbare) betrokkenheid bij mensen/kinderen. Althans, dit is de perceptie over zij-instromers. Daarbij komt dat ze relatieve rust uitstralen. Logisch dat scholen snakken naar deze nieuwe collega’s.
Maar de praktijk is weerbarstig, zo blijkt uit onderzoek en navraag bij verschillende (onderwijs)organisaties. Veel zij-instromers haken in het eerste jaar van hun omscholingstraject af. En van de instromers die hun opleiding afmaken, valt binnen 3 jaar ook nog een aanzienlijk deel uit. Gelukkig zijn er manieren om die felbegeerde kandidaat-docenten binnenboord te houden.
Het is nuttig om te weten dat zij-instromers vaak hoge en niet reële verwachtingen hebben van het onderwijs. Hun beleving is nogal eens gebaseerd op ervaringen vanuit de eigen schooltijd en/of de beleving van hun schoolgaande kinderen. Zij zien vooral uit naar het werken met kinderen, het overdragen van kennis, nieuwe uitdagingen en maatschappelijk nuttig bezig zijn. Terecht natuurlijk. Maar uiteraard is er ook meer. Het scheppen en communiceren van duidelijke verwachtingen zorgt ervoor dat werkgever én werknemer het traject ingaan met de neuzen in dezelfde richting.
Zo wachten er soms ook versnipperde uren en verschillende klassen. Scholen zetten namelijk hun nieuwe docenten gretig in op open vacatures. Zij-instromers worden ook gepolst voor lastige klassen, mentoraten en sportdagen. En worden ze daarmee nog niet overvraagd, dan maken ze soms zélf de fout om meer uren te werken dan ze naast hun opleiding feitelijk aan kunnen.
De ‘zachte landing’ ontbreekt vaak. Daarom formuleerde onderzoeksbureau AStri in 2008 enkele aanbevelingen die nog altijd relevant zijn:
Hiermee vergroot je als school de kans op kandidaat-docenten met de juiste ‘drive’. Zij-instromers die hun bijzondere motivatie vasthouden en hun extra vaardigheden willen inzetten. Nieuwe collega’s met relatieve rust en voelbare betrokkenheid.